14 febr 2024
5 apr 2023
Ervaring is wat je weet omdat je het zelf meegemaakt, gedaan en gevoeld hebt. Het delen van je ervaring, gevoelens en gedachten wordt ‘zelfonthulling’ genoemd. Je maakt iets over jezelf bekend wat eerst verborgen was. Zodra je dit tijdens je werk doet spreken we van professionele zelfonthulling. Dit gebeurt verbaal, non-verbaal en contextueel. Dus bijvoorbeeld door letterlijk iets te vertellen, door gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding en zelfs door het merk en kleur kleding die je draagt. De zorgprofessional kan zelf het initiatief nemen tot zelfonthulling, maar ook de zorgvrager kan hierop aansturen door persoonlijke vragen te stellen.
Zelfonthulling is iets anders dan ervaringskennis omdat het inzetten van ervaringskennis een bewuste keuze is. Je kunt ervaringskennis namelijk ook inzetten zonder iets van jezelf te onthullen.
Ervaringskennis gaat dieper dan zelfonthulling. Het is de belichaamde kennis die je hebt over je eigen levenservaringen nadat je deze geanalyseerd hebt en nadat je erop gereflecteerd hebt. In eerste instantie door te voelen en jezelf hierbij bijvoorbeeld af te vragen:
Wat doet het met me? - Wat vind ik daarvan? - Wat wil/kan ik ermee? - Hoe ga ik er de volgende keer mee om? - Wat heb ik hiervoor nodig?
Ervaringskennis staat naast wetenschappelijke en professionele/praktijkkennis en staat net als deze kennisbronnen los van een doelgroep of (zorg)sector. Ervaringskennis komt voort uit alle soorten ervaringen: Positieve, negatieve, levensveranderende en ontwrichtende ervaringen.
Ervaringskennis is individueel en persoonsgebonden. Het gaat om meer dan alleen de gebeurtenis, het zijn ook de dingen die hieraan voorafgaan, wat er daarna gebeurt, hoe je het geheel ervaart en wat je voelt. Dit kunnen ook hele praktische dingen zijn zoals bijvoorbeeld geld, wonen, werken en het ontvangen van zorg, dit maakt dat ervaringskennis veelomvattend ofwel holistisch is. Het verdiepen en verbreden van je ervaringskennis kun je doen door andere bronnen te analyseren, hierop te reflecteren en deze te koppelen aan je eigen ervaringen. Denk aan bronnen zoals wetenschappelijke kennis, literatuur en verhalen, feedback en kritische vragen van anderen.
Het proces van ervaren, voelen, analyseren en reflecteren herhaal je continu. Het maakt dat ervaringskennis fluïde is, want de kans is groot dat, zodra je dezelfde ervaring nog een keer meemaakt, je door je analyse en reflectie op de keer ervoor, het nu anders ervaart of er anders mee om kunt gaan.
Zodra je je eigen ervaringskennis verbindt aan de ervaringskennis van anderen, deze analyseert en hierop reflecteert, kom je tot collectieve ervaringskennis. Met elkaar ontdek je verschillende (herstel)mogelijkheden en vind je herkenning en erkenning. Je komt tot de ontdekking dat andere mensen andere wegen of manieren hebben om met hun ervaringen om te gaan. De reflectie zit hem dan onder andere in het je afvragen wat je hiervan leert, of het bij je past en of het met je resoneert. Wat zijn de overeenkomsten of verschillen en hoe ga je hier dan weer mee om?